Zo vlak voor de zomervakantie stroomt mijn agenda extra vol met afspraken. En dat is ondertussen geen verrassing meer. Naast alle lopende afspraken, krijg ik in die laatste weken regelmatig verzoeken om toch nog even deel te nemen aan een multidisciplinair overleg. Of telefoontjes van ouders die mij in paniek bellen en vragen of ik hun kind nog even ‘dat zetje’ wil geven dat nodig is om over te gaan.
Cijferlijst
De Whatsappberichten die ik ontvang staan vol met ‘paniek’emoticons gevolgd door screenshots van cijferlijsten. En je snapt het al, die cijfers staan meestal niet ‘in het groen’. Ik merk dat ik altijd vrij kalm blijf bij de aanblik van die getallen. Want die cijfers zeggen mij niet zoveel. Het zijn momentopnames. Ik onderzoek liever de reden van de tekorten.
Groeien kost energie
Zoals ik in mijn vorige blog al schreef, hoeft zitten blijven voor sommige leerlingen geen drama te zijn. Kinderen groeien in alle opzichten en dat groeien kost energie. Voor sommigen kost het zelfs erg veel energie. De zoon van mijn vriendin bijvoorbeeld: hij had het in 4VWO niet makkelijk en bleef uiteindelijk zitten. Volgens mijn vriendin was hij niet vooruit te branden. Geen wonder als je in een jaar tijd 30 centimeter groeit! Die energie kun je maar één keer gebruiken. Bij baby’s en peuters vinden we het heel logisch dat ze sprongetjes maken en daarom veel slaap nodig hebben. Van tieners verwachten we inzet en passende prestaties. Terwijl het voor sommige jongeren de oplossing kan zijn dat ze de ruimte krijgen om een jaartje te rijpen.
Hoe staat de balans?
Elke situatie is dus uniek en daarom maak ik, voorafgaand aan het gesprek met de mentor, toch graag even de balans op met de ouders en het kind. We maken samen de ‘persoonlijke ‘bank’rekening’ op. Ervaring leert dat je via deze mooie tip uit het boek ‘de zeven eigenschappen die jou succesvol maken’ in de ‘spiegel’ leert kijken: heb je genoeg ‘geld’ of sta je in het ‘rood’?, wat is de reden dat je in het ‘rood’ staat?, heb je vertrouwen en geloof in jezelf?, hoe staat het met de motivatie?, wat heb je nodig om vooruitgang te boeken?
Dergelijke vragen zetten het kind mooi aan tot nadenken. Er ontstaan vaak gesprekken waarvan de ouders achteraf versteld staan van de woorden van hun eigen kind: ‘het kind dat thuis dwars en nukkig is, staat opeens ‘aan’ en laat zien dat het enorm goed heeft nagedacht hoe het zijn doel om over te gaan toch kan bereiken. Kortom, het zweet zit op de juiste rug.
Een sprintje naar de finish
We zetten tijdens het gesprek de plus- en de minpunten overzichtelijk op papier. En dat heeft bij sommige jongeren tot gevolg dat ze inzien dat het eigenlijk meevalt en het best kansrijk is om over te gaan. Het geeft hen dan net even die laatste boost om even ‘dat sprintje te trekken’. En nog veel belangrijker: ze krijgen het inzicht in hun werkhouding en leerproces. En dat kunnen ze weer meenemen naar het volgende schooljaar.
Niet vasthouden aan regels maar kijken naar het kind
En dan spreek ik ook jongeren voor wie het misschien net niet meer haalbaar is om de tekorten in te halen maar voor wie het tegelijkertijd ook beslist niet gaat helpen om te blijven zitten. Als de mentor en docenten zich star zouden vasthouden aan de regels en afspraken die er gemaakt zijn door het systeem, dan zou de kans groot zijn dat deze talentvolle leerlingen gedemotiveerd raken en hun potentieel niet meer gaan benutten en daardoor in een neerwaartse spiraal komen en afstromen.
In dat geval ben je dus enorm afhankelijk van een mentor en de docenten: kijken ze vanuit vertrouwen naar een leerling of vanuit angst? Hoewel er nog steeds veel scholen zijn die zich heel erg zwart-wit aan de regels houden, tref ik gelukkig steeds meer scholen waarop docenten werken die echt kijken naar het proces.
Persoonlijke leerdoelen in plaats van cijfers
Binnen het primair onderwijs hoor ik steeds vaker dat er gebruik gemaakt wordt van de zogenaamde groeigesprekken gedurende het schooljaar. Een hele mooie manier om de leerling bewust te maken van zijn ontwikkelpunten. En zo hoor je als leerkracht ook wat er in de leerling omgaat. Zo maak je de leerling eigenaar van zijn eigen leerproces, ontwikkel je zelfvertrouwen en zelfsturing.
We weten inmiddels allemaal dat als we de komende generatie in het onderwijs ‘bij de les willen houden’ of liever ‘het plezier in het leren’ willen laten krijgen, er nog een hele hoop moet gebeuren. Gaan we dan afwachten of maken we alvast kleine stapjes in de goede richting? Kleine stapjes kunnen al heel betekenisvol zijn: ik zou ervoor willen pleiten dat er binnen het voortgezet onderwijs ook veel breder gekeken wordt naar de ontwikkeling van de leerling. En vooral dat er geluisterd wordt naar de leerling: wanneer luisteren om te reageren overgaat in luisteren om te begrijpen, ontstaat er echt contact. Van daaruit kun je samen kijken naar wat er wel lukt. Heb oog voor het talent. Neem de eindcijfers van de vakken niet als leidraad maar stel de persoonlijke leerdoelen centraal en zie de vakken slechts als middel om het doel te bereiken.
Nóg niet
Ik heb in de afgelopen weken weer ervaren dat jongeren prima in staat zijn om in de spiegel te kijken en zichzelf doelen te stellen. Als ze maar de kans krijgen om hierover het gesprek aan te gaan.
Zoals één van hen zo treffend opmerkte: “Ik maak stappen, maar ik ben er NOG niet. Mij gaat het echt niet helpen om dit hele jaar opnieuw te doen. Komend schooljaar weet ik waar ik aan moet werken. Wat ik nu nodig heb is het vertrouwen van de docent. Dan ga ik ‘m laten zien dat het gaat lukken.” En terwijl deze leerling het zei spatte het vuur uit de ogen.
Nu maar hopen dat de mentor en zijn team vanuit de menselijke maat, een groeiende mindset en vertrouwen de uitdaging met deze leerling aan wil gaan.
……P.S. Een paar dagen na het schrijven van dit blog kreeg ik het goede nieuws dat deze over leerling is…