Doubleren of leren leren? 8 tips om je hoogbegaafde kind door de leerkuil te helpen

EERSTE HULP BIJ HOOGBEGAAFDHEID EN LEREN LEREN? KLIK HIER

Bambi op het ijs

Veel hoogbegaafde kinderen krijgen te lang leerstof aangeboden in hun comfortzone. Bij de aanblik van een uitdagende opdracht schieten ze onmiddellijk in de stress. In hun reactie schieten ze alle kanten op, vergelijkbaar met ‘Bambi’ die voor het eerst op het ijs staat, probeert te lopen en vervolgens alle kanten op glibbert. Ze missen de grip en de zelfsturing. Ook Thijs had dit probleem.

De ouders van Thijs zagen de bui al hangen: als dit zo door zou gaan dan zou Thijs moeten doubleren.
Doubleren was voor hen geen optie. Hierdoor zou zijn vertrouwen en motivatie alleen maar afnemen. Lees hier hoe Thijs leervaardigheden ontwikkelde en de leerkuil trotseerde:

Uit de praktijk: Thijs

De twaalfjarige Thijs is enorm gevoelig voor sfeer.  Hij is een meester in het observeren en heeft mensen pijlsnel door. Deze kwaliteit komt hem erg goed van pas op de bühne: Thijs is lid van een theatergroep en speelt de sterren van de hemel. Hier voelt hij zich als een vis in het water.

Willy Wortel

In huis is hij het liefst na schooltijd aan het knutselen in de garage. Zijn opa bewaart voor hem allerlei oude apparaten. Thijs haalt deze graag uit elkaar om er vervolgens weer iets heel anders van te creëren. Kortom, een echte Willy Wortel

Op school blinkt Thijs uit in de vakken handvaardigheid, natuur en techniek.
De reactie op stress die je bij Thijs ziet, zie je ook vaak bij hoogbegaafde meisjes. Maar aangezien ik ook steeds meer jongens zie met deze kenmerken heb ik ervoor gekozen Thijs als voorbeeld te nemen.

Boeken over executieve functies: zo komt er wel uit wat erin zit.

Pleasen en dramaqueengedrag

Thijs zit in de brugklas. Hij is hooggevoelig: hij pikt de emoties uit zijn omgeving heel snel op. Hij voelt veel en wil het een ander naar de zin maken. Hierdoor gaat hij pleasen en doet zichzelf hiermee te kort.
Bij grote schooltaken overziet Thijs niet altijd hoe hij dit moet aanpakken. Zijn reactie op stress is dan mijdingsgedrag of hij hangt de dramaqueen uit: “oh het wordt me allemaal te veel. Het is allemaal te moeilijk voor me. Ik weet niet wat het is maar ik kon echt niet meer in me opnemen wat het huiswerk ook alweer was,” roept hij dan theatraal. Voor al de uitingen die daarop volgen zou hij zo in aanmerking komen voor een ‘Oscar’.

Is het niveau niet hoog?

Marjan, de moeder van Thijs is ook heel gevoelig. De stressreacties van Thijs komen erg bij haar binnen. Ook al weet ze dat haar zoon VWO-niveau echt wel moet aankunnen, toch slaat bij haar de twijfel soms toe: ‘overvragen we hem niet? Is het niveau misschien toch te hoog gegrepen?’  

Ongevraagd advies

Zij wil graag dat Thijs zich weer fijn voelt.  en gaat dan vervolgens allerlei oplossingen bedenken om Thijs te kalmeren. Ze praat erg op hem in en probeert hem te overtuigen dat hij het best kan. Thijs voelt zich niet gehoord. Hij is gefrustreerd en hij voelt de spanning en onmacht van zijn moeder. Hierdoor neemt de stress alleen maar verder toe. Hij zit niet te wachten op ongevraagd advies en slaat elke oplossing af. Hierdoor raakt moeder weer geïrriteerd en ontstaat er een conflict.

Wat is er met Thijs aan de hand?

Thijs heeft op de basisschool altijd gewerkt in zijn comfortzone. Hij heeft daardoor nooit geleerd om met tegenslag om te gaan. Als hij nu geconfronteerd wordt met een opdracht die hem te lastig lijkt, steekt hij zijn kop in het zand. En op het moment dat de mentor of zijn ouders hem hiermee confronteren, zet hij gedrag in waarmee hij hoopt dat hij wordt ontzien.

Selfullfilling prophecy

Een aantal docenten lijkt gevoelig voor dit slachtoffergedrag: ze geloven dat hij het echt niet kan. Ze hebben lage verwachtingen van Thijs. Op deze vakken haalt Thijs alleen maar onvoldoendes: selffullfilling prophecy.

Zijn mentor die tevens docent Biologie is, doorziet zijn gedrag en samen met hem en de ouders van Thijs maken we een plan.

Boeken over leren leren? Zo kun je het stimuleren: klik hier

Wat heeft Thijs nodig?

Thijs heeft het erg naar de zin in de klas waar hij nu zit. Hij heeft eindelijk aansluiting. Dus een jaar doubleren zou betekenen dat hij niet meer bij zijn klasgenootjes in de klas blijft. Dit is voor hem een goede motivatie om inzicht te krijgen in wat hij nu moet doen om toch over te gaan. 

Wat heeft Thijs nodig?

  1. Ouders die uit de dramadriehoek blijven en even meegaan in de emotiekuil.
    Marjan zit teveel in de reddersmodus. Dit bedoelt ze heel goed maar ze helpt Thijs veel meer door zelf kalm te blijven en eerst even mee te gaan in de overtuiging van Thijs: “Tjonge Thijs, het voelt vast erg vervelend dat je het niet meer overziet.” Luister naar wat hij hierover te vertellen heeft. Blijf kalm en toon begrip.
    Als je eerst in de overtuiging meegaat en daarna jouw vertrouwen uitspreekt en dat vertrouwen herhaaldelijk bevestigt, heb je eerder kans dat het kind het toch weer gaat proberen.
  2. Dat hij leert om te kalmeren.
    Thijs kan zichzelf nog niet goed reguleren en raakt snel in paniek. Thijs kan gelukkig wel goed vertellen wat hem helpt als als hij in paniek is: even op de trampoline springen, bouwen met lego, tekenen, naar zijn favoriete muziek luisteren.
  3. Een duidelijk script en een klein duwtje ‘in de rug’ op het juiste moment.
    Samen met Marjan bedenk ik een script om Thijs stap voor stap vooruit te helpen. Op die manier kan ze Thijs met zelfvertrouwen meenemen in het plan.
    Het ijzer smeden als het koud is: Marjan bespreekt het plan op een moment dat Thijs is afgekoeld. Ze spreekt af dat ze de eerste stappen samen zullen zetten. Op die manier kan Thijs zelfvertrouwen ontwikkelen.
  4. Organiseren, voorstructureren, plannen en een coachende benadering.
    Marjan laat Thijs zelf benoemen wat er op Magister staat. Het huiswerk zetten ze in een dagplanner. Thijs legt vervolgens de spullen klaar die hij nodig heeft voor het maken van huiswerk. Hij maakt vervolgens een inschatting hoeveel tijd hij denkt nodig te hebben voor elk vak en voor welk vak hij hulp nodig heeft.
    Opdrachten die hij niet begrijpt slaat hij over en bewaart deze tot het moment waar.
  5. Controle.
    Nadat Thijs een vak heeft afgerond, bespreekt hij met Marjan hoe het is gegaan. Marjan controleert wat hij heeft opgeschreven. Bovendien kijken ze hoe lang hij over de opdracht heeft gedaan en of dit overeenkomt met de tijd die hij van tevoren had ingevuld.
  6. Automatiseren met flashcards.
    Voor de vakken waarbij automatiseren, zoals het leren van woordjes, gevraagd wordt, gebruikt hij flashcards.
  7. Overhoren.
    Marjan overhoort hem schriftelijk  voor de talen zodat Thijs leert om de woorden goed uit te schrijven
    Van de overige vakken maakt Thijs nog een aantal oefenopgaven uit het werkboek en hij maakt de diagnostische toets.
  8. Stappenplan en routine.
    Voor de lange termijn opdrachten maken ze een stappenplan zodat Thijs een kapstok heeft en routine kan opbouwen in de aanpak.

Hoe gaat het nu met Thijs, Marjan, en de mentor?

Marjan: “Het vroeg in het begin een enorme tijdsinvestering van mij maar dat wist ik van tevoren. De mentor heeft er gelukkig voor gezorgd dat leerkrachten van Thijs de opdrachten gecompact aanboden: we hebben eerst de nadruk gelegd op de aanpak. Dat kostte in het begin behoorlijk veel tijd vandaar dat we blij waren dat Thijs minder opdrachten van elk vak hoefde te maken. Elke week zag ik dat Thijs stapjes voorwaarts maakte in de aanpak. Zijn stressreacties werden ook steeds minder heftig. Ik zag dat hij het stuur goed in handen kreeg. Het feit dat de leerresultaten omhoog gingen motiveerde hem enorm. Ik zie nu na vier maanden dat hij het bijna alleen kan. Ik heb er vertrouwen in dat hij dit volgend jaar echt alleen kan doen en de mentor bevestigde dit.”

Thijs:“Ja, in het begin had ik niet zoveel zin in dit plan. Pff zoveel werk. Maar goed, als ik dit niet zo zou aanpakken dan zou ik niet overgaan en dus niet meer bij mijn vrienden in de klas komen. Dat zou ik heel erg vinden. In het begin baalde ik wel dat mijn moeder het huiswerk telkens ging nakijken maar het heeft me uiteindelijk wel heel goed geholpen. Op de basisschool was ik eigenlijk helemaal niet gewend om iets te doen en nu moest ik ineens wel heel hard werken. Ik dacht echt dat ik het niet zou kunnen maar het is me wel gelukt. Het gaat steeds beter. Ik raak niet meer zo snel in paniek. En ik heb toch maar mooi bewezen aan alle leerkrachten dat ik het toch wel kan.”

De mentor: “Als er bij kinderen zoals Thijs alleen maar gekeken wordt naar de resultaten dan is het gevaar groot dat ze afstromen. En hiermee laat je dan talent verloren gaan. Als mentor ga ik er altijd vanuit dat dit kind niet voor niets dit schooladvies heeft gekregen. Ik zie het als een uitdaging om dan samen met de ouders en het kind ervoor te zorgen dat het kind leert leren. En dan is het geweldig om met ouders zoals die van Thijs te kunnen samenwerken. Zoiets kun je namelijk niet alleen. Dit kind moet zowel door de docenten als de ouders gesteund worden. Dit vraagt om een goede samenwerking.

Het kost me nog wel veel energie om mijn collega’s ervan te overtuigen dat tegenvallende resultaten niet altijd voortkomen uit gebrek aan talent of inzet. Ze roepen wat mij betreft te snel dat een kind maar harder moet werken. Ja en zo’n opmerking moet je vooral niet maken tegen kinderen die al uren zitten te werken om hun leerresultaten te verbeteren. Dat is hetzelfde als dat je tegen een timmerman zegt ‘hier heb je een broodmes om de plank door te zagen’.

Die formule die je mij laatst liet zien, Henriëtte, gebruik ik nu altijd om inzichtelijk te maken wat een kind nog moet ontwikkelen: talent x inzet x strategie x zelfvertrouwen/ emotieregulatie = resultaat. 

Kinderen zoals Thijs, die in de basisschoolperiode nauwelijks iets hoeven te doen die kennen de leerkuil niet. Hier moeten we hen doorheen helpen. En dan is het belangrijk dat we oog hebben voor het leerproces. Zien we groei, dan geeft dat een kick. Een kind groeit als wij het vertrouwen hebben in zijn kunnen en het kind positief stimuleren.” 

Thijs heeft het enorm getroffen met de fijne samenwerking van zijn ouders en deze mentor. Hierdoor nam het zelfvertrouwen toe en verbeterden de emotieregulatie en de zelfsturing.
Welke ervaring heeft bij jouw kind geleid tot succes? Laat het weten in een reactie hieronder.

Uit het oogpunt van privacy zijn de namen in dit blog gefingeerd

Meer tips van Smart-Ease in je mailbox? Klik hier
Vond je dit nuttig? Dan kun je het delen!
Geplaatst in Blog, Executieve functies, Faalangst en onderpresteren, Gedrag en opvoeding, Hooggevoeligheid, Leren leren, Uit de praktijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *