Hoogbegaafd: dwars of angstig?

Op 31 oktober is het weer Halloween. Traditioneel wordt Halloween vooral gevierd in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Canada. Inmiddels heeft het feest ook sterk aan populariteit gewonnen in Nederland: attractieparken hebben alles omgebouwd naar dit thema, veel scholen organiseren een griezelfeest en veel kinderen verheugen zich nu al om als Zombie of vampier in het donker snoep op te halen.

Maar er zijn ook kinderen die je hier absoluut geen plezier mee doet. Ik kom ze veel tegen in mijn praktijk. Hoogbegaafde en hooggevoelige kinderen beschikken namelijk veelal over een grote verbeeldingskracht. Bovendien denken ze vaak diep na over thema’s als ‘de dood’. Het gebrek aan levenservaring kan ervoor zorgen dat ze niet meer kunnen relativeren. Voor je het weet gaan hun gedachten met hen op de loop en wordt die mug een olifant. De ouders van Roos kunnen hier over meepraten.

Uit de praktijk: Roos

Roos is een creatief, gevoelig, wilskrachtig meisje van negen. Haar ouders lopen de laatste tijd enorm aan tegen haar opstandige gedrag. Esther: “We hebben een heftige vakantie achter de rug. Niets ging vanzelf. Alles werd ter discussie gesteld. We waren bijvoorbeeld een weekje in Limburg en hadden een uitje naar de grotten bij Valkenburg gepland. Vlak voor vertrek maakt ze me daar een stennis. Toen was de lol er helemaal vanaf en zijn we uiteindelijk niet meer gegaan. En we dachten nog wel dat Roos dit heel interessant zou vinden.”

Dwars of angstig?

Ik snap de frustratie van Esther maar tegelijkertijd ben ik heel nieuwsgierig naar wat de reden is van het opstandige gedrag van Roos. Een gesprekje biedt uitkomst. Roos kan heel goed verwoorden waarom ze zo boos was op vakantie: “Eigenlijk wilde ik ook niet boos worden. Maar toen mama vertelde over de grotten bedacht ik ineens dat je in zo’n donkere grot misschien wel kunt verdwalen….”

“Ik dacht toen: ‘stel dat ons dat overkomt’. Ik zag het al helemaal voor me en werd toen heel erg bang. Ik wilde er alleen niets over zeggen omdat mijn zusje dan weer zegt dat ik me aanstel. Achteraf had ik het beter wel kunnen zeggen want dat hadden we geen ruzie had.”

Een goed geheugen en snel associëren

Bij veel hoogbegaafde kinderen zoals Roos zie je dat ze snel associëren. Het woord ‘grot’ riep bij haar onmiddellijk allerlei associaties op. Daarbij komt nog eens dat veel van deze kinderen over een ijzersterk geheugen beschikken. Ze komen soms met ervaringen aanzetten die wij al lang uit ons geheugen hebben gewist.

Kijken achter gedrag

Veel kinderen overdekken hun gevoeligheid door hun vurige, wilskant. We oordelen dan op wat we zien met alle gevolgen van dien. Er ontstaan dan discussies die kunnen uitmonden in een conflict. En je lost er uiteindelijk niets mee op.

Angst de baas

Ik vertel Roos dat ik blij ben dat ze heeft verteld waarom ze zo boos was en dat ik haar gevoel heel goed begrijp.
Roos is zich inmiddels bewust waardoor ze in paniek raakt en wat ze dan kan doen. Ze weet nu dat ze voortaan maar beter kan vertellen waar ze zich zorgen over maakt. Maar daar heeft ze nog wel wat hulp bij nodig. Haar ouders geef ik de volgende tips:

  • Blijf voortaan uit de dramadriehoek. Red eerst jezelf.  Zorg dat je zelf weer van zone rood in het groen komt. Tel even tot 10 of tel de boeken in de boekenkast of de kopjes die op tafel staan. Tellen zorgt ervoor dat je uit je emotie blijft en kalmeert (Bron: FOCUS aan/uit).
  • Vraag jezelf af wat er aan de hand zou kunnen zijn. Achter het gedrag van je kind zit vaak een reden. Dat blijkt maar weer uit deze situatie.
  • Neem de woorden van je kind niet persoonlijk. Vaak komen er nare woorden uit de mond van je kind omdat het zich onmachtig voelt. Laat je niet raken!!
  • Ga even mee in de emotiekuil: door even mee te gaan in de emotie van je kind en het gevoel te erkennen zul je merken dat je kind sneller kalmeert.
  • Schiet niet direct in de oplossingsmodus. ‘Smeed het ijzer als het koud is.’ Wacht totdat de ergste onweersbui is over gewaaid en benoem dan neutraal, kort en bondig wat je zag. Benoem dat je graag wilt dat je kind zich fijn voelt en dat jij je ook prettig wilt voelen. Laat het kind meedenken om tot een oplossing te komen.
  • Ondertitel het gevoel zodat je kind ook woorden/emoties leert koppelen aan het gevoel.
  • Erken het gevoel maar ga niet mee in de angst. Blijf neutraal. Stel je kind vragen die tot nadenken aanzetten:
    Is het werkelijk zo?, Hoe weet je dat?, Hoe groot is de kans dat het werkelijk gaat gebeuren?

De ouders van Roos begrijpen haar nu veel beter. Ze weten nu ook hoe ze moeten reageren als Roos in paniek raakt. Dat komt gelukkig maar heel zelden voor omdat Roos zelf ook geleerd heeft hoe ze haar niet-helpende gedachten om kan zetten in helpende gedachten.

Leestips en hulpkaartjes:

Vond je dit nuttig? Dan kun je het delen!
Geplaatst in Blog, Gedrag en emoties, Gedrag en opvoeding, Uit de praktijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *