“Ik heb het gevoel dat ik dat stukje ben, dat niet in de puzzel past,” zegt Naud wanhopig en ik zie tranen opwellen in zijn ogen. Naud voelt zich niet begrepen door zijn klasgenootjes en zijn juf. En andersom begrijpt hij hen ook niet. Hij is hoogbegaafd en eenzaam. Net als de vijftienjarig Iris kan hij zich met niemand identificeren.
Uit de praktijk: Naud en Iris
Naud is een zeer pientere jongen van 11 jaar. Hij kan zijn gedachten bijzonder goed onder woorden brengen. Als je met hem spreekt heb je niet het gevoel te doen te hebben met een jongen van 11 jaar. Slechts zijn fysieke verschijning verraadt dat hij nog jong is.
Ditzelfde geldt voor Iris. Ze is een rustig meisje en ik merk dat zij zich eerst veilig moet voelen voordat zij echt laat horen en zien wat ze in haar mars heeft.
Sociaal-emotioneel jong?
Beide kinderen hebben het gevoel geen aansluiting te hebben met de klasgenoten. Ze hebben het gevoel dat hun klasgenoten hen raar vinden en merken dat ze vaak op een negatieve manier benaderd worden. Naud wordt hier erg opstandig en verdrietig van: hij heeft een kort lontje en huilt snel. De leerkracht interpreteert dit gedrag als ‘sociaal- emotioneel jong.’
Iris daarentegen, trekt zich terug maar bij haar thuis komt het verdriet eruit. Haar ouders merken dat zij de laatste tijd depressief is.
Kalenderleeftijd en ontwikkelingsleeftijd
De kalenderleeftijd en de ontwikkelingsleeftijd van beide kinderen komt niet overeen. De ontwikkelingsleeftijd ligt ver voor op de kalenderleeftijd. Logisch dat je dan zoals, Iris, de pubergrappen van de klasgenoten irritant vindt. En dat je zoals Naud, de indruk hebt dat je klasgenootjes je humor niet snappen en geen gehoor vindt voor je interesses.
Anti-reclame voor een passend programma
Samen zoek ik met beide kinderen naar een oplossing om een omgeving te vinden waarin ze zichzelf kunnen zijn. Iris heeft inmiddels van school een aanbod gekregen om deel te nemen aan een honoursprogramma aan de universiteit. Het enige dat haar weerhoudt is dat een docent heeft gezegd dat er naast het gewone schoolwerk nog meer werk bij komt. Ik snap haar aarzeling want dit is nou niet direct een uitnodigende manier om een leerling te motiveren deze kans te grijpen.
Ik stimuleer Iris om eens contact op te nemen met een een leerling die al deelneemt aan het honoursprogramma. Zo gezegd zo gedaan. De eerstvolgende keer dat ik Iris tref vertelt zij dat zij door het enthousiaste verhaal van de leerling, heeft besloten deel te nemen aan het programma aan de universiteit.
Thuis voelen in een passende leeromgeving
Na twee maanden komt Iris glunderend mijn praktijkruimte binnen. “De keuze om deel te nemen aan het honoursprogramma is het beste dat me ooit is overkomen. Hier voel ik me thuis! Ik voel me nu echt veel beter.”
Heerlijk om iemand zo blij te zien.
Zelfvertrouwen en veerkracht
Zo zie je wat een passende omgeving met een kind kan doen. Iris is weer opgewekt en zij krijgt weer zelfvertrouwen. Voor Naud gaan we ook op zoek naar een passende leer- en leefomgeving: ik ben er van overtuigd dat Naud dan minder prikkelbaar wordt, veerkracht en zelfvertrouwen krijgt.
Uit het oogpunt van privacy zijn de namen in dit blog gefingeerd.
Herken jij je kind of leerling in Iris of Naud? Heb je hulp nodig? Neem dan contact op.
Meer lezen over hoogbegaafd zijn en je ‘anders’ voelen:
De hoogbegaafdheid survivalgids
Hartstikke hoogbegaafd! – Praktische gids voor kinderen en ouders