Hoogbegaafd en leren omgaan met uitgestelde aandacht: 5 tips

“Mahaaam, wat moet ik nu doen? Mahaam, ik snap het niet? Mahaam, waar ligt mijn pen?”
Herkenbaar? Dat kost een hoop energie, hè?
Heeft je kind moeite met uitgestelde aandacht en wil je weten hoe je hiermee om moet gaan?

Ook de familie Voortman liep hier tegenaan. Lees hier hun ervaring en met welke 5 tips ik hen verder hielp.

Uit de praktijk: Maartje, Fiene en Arthur

Maartje (5), Fiene (8) en Arthur (11) is het hoogbegaafde drietal van Willem en Marije Voortman. Willem en Marije werken nu allebei thuis vanwege de Coronacrisis. Ze hebben samen met de kinderen een duidelijk schema gemaakt met daarop de taken voor elk kind.

Veel te makkelijk

Marije en Willem hadden via school allerlei taken aangereikt gekregen. Ze hadden de afspraak om om beurten hun kinderen te begeleiden. Degene die de beurt had om de kinderen te ondersteunen, deed daarnaast huishoudelijke taken.

Al heel snel werd duidelijk dat de taken voor Maartje en Fiene niet aansloten qua niveau: het was allemaal veel te makkelijk. De leerkrachten pasten het materiaal vlot aan en voor Fiene werd een ander niveau op Snappet ingesteld. 

‘Maaham, wat moet ik nu doen?’

Maartje vond de nieuwe opdrachten erg leuk. Maar al snel deed zich het volgende probleem voor. Om de paar minuten riep ze: “Wat is dat, ik snap het niet. En wat moet ik nu doen? En wat is dat? Maaaaham, kom nou.” Maartje slokte voortdurend de aandacht van haar ouders op. 

Zuchten en steunen

De opdrachten die Fiene had gekregen waren behoorlijk uitdagend. Het werd al gauw duidelijk dat Fiene helemaal niet gewend was om opdrachten te doen in de zone van de naaste ontwikkeling. Naast de aandacht die Maartje vroeg, was het gezucht en het gesteun van Fiene voortdurend hoorbaar.

Irritatie

Het geduld bij de ouders werd behoorlijk op de proef gesteld. Bovendien kwamen ze nauwelijks meer toe aan de huishoudelijke taken.
Bij Arthur, de oudste, nam de irritatie flink toe. En dit werkte Marije weer op de zenuwen.

Hulp

Na een aantal dagen barstte de bom. Marije besloot mijn hulp in te roepen: “Ik vlieg van kind naar kind en ik heb geen moment meer voor mezelf. Arthur was tot voor kort de enige die rustig aan het werk was en zijn werk mooi op tijd af had. Maar door de aandacht die Maartje en Fiene vragen, kan hij zich ook niet meer concentreren op zijn werk. Hoe moet ik hier mee omgaan?”

Uitgestelde aandacht

“Maartje en Fiene hebben duidelijk nog moeite met het omgaan met uitgestelde aandacht. En dat hoort ook nog bij hun leeftijd,” leg ik Marije uit. “Tot en met groep 4/5 neemt het aanleren van een goede werkhouding op school nog veel tijd in beslag: kinderen leren hoe ze een spulletjes moeten organiseren, ze leren wat ze nodig hebben om de taak te maken, ze leren hoe ze de taak planmatig moeten aanpakken, ze leren om hulp te vragen maar ze leren ook dat ze soms nog even moeten wachten voordat ze hulp krijgen. Per slot van rekening moet de leerkracht de aandacht verdelen onder 25 tot 30 kinderen.

Arthur daarentegen, zit al in groep 8. Hij heeft inmiddels al deze executieve vaardigheden behoorlijk goed onder de knie.” 

5 tips die werkten

De tips die ik Marije daarop gaf, bleken goed uit te pakken. Willem en Marije hebben het als volgt aangepakt.

  1. Voor elk kind hebben ze nu een apart kastje voor de spulletjes die ze nodig hebben voor het maken van de taken.
  2. De taken zijn per vak/project gesorteerd in bakje. De kinderen zien precies wat waar ligt.
  3. De ouders spreken met Maartje en Fiene af wanneer papa of mama hen komt helpen. Als ze een taak niet snappen, slaan ze deze over. En als ze klaar zijn kunnen ze kiezen uit twee dingen die ze kunnen doen voordat er hulp komt. Maartje mag na het doen van een taak lekker spelen en Fiene kan door naar de volgende taak.
  4. De ouders stellen de timer van hun telefoon in. En als de timer afgaat dan weten de kinderen dat ze hulp krijgen. Voor Maartje hebben de ouders een Time timer aangeschaft zodat zij ziet hoe lang het nog duurt.
  5. De ouders geven in eerste instantie voornamelijk ‘hulp’ via het stellen van vragen, zoals: “Heb je de vraag goed gelezen? Waar denk je de informatie te kunnen vinden om de vraag op te lossen?”  Fiene had aanvankelijk namelijk de neiging om hulp in te roepen voor zaken die ze eigenlijk zelf ook wel op kon lossen. Door de vragen werd ze aan het denken gezet.

Hoe gaat het nu met Maartje, Fiene en Arthur?

“Maartje is enorm gebaat bij deze duidelijke verwachtingen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik ook verbaasd was dat zij zoveel aandacht vroeg. Normaal gesproken weet zij zichzelf namelijk erg goed te vermaken. Maar ik snap nu dat deze taken een heel ander beroep doen op de concentratie en werkhouding.

Ja, en na de ervaring met Fiene begin ik de leerkracht ook steeds beter te begrijpen. Fiene was ook wel erg makkelijk hoor. Ze spande ons het liefst voor het karretje. Maar we zien nu zo langzamerhand dat ze zelfredzaam wordt en wat beter kan omgaan met uitgestelde aandacht.

Nou ja en Arthur heeft nu weer rust. Hij heeft er trouwens heel bewust voor gekozen om voortaan in de werkkamer te zitten met zijn schoolwerk. Hij ziet één van ons dan namelijk ook werken en dat is voor hem een goede stimulans,” aldus een opgeluchte Marije en Willem.

Vond je dit nuttig? Dan kun je het delen!
Geplaatst in Blog, Executieve functies, Gedrag en opvoeding, Leren leren, Uit de praktijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *