Hoogbegaafd in groep 8 maar nog niet toe aan het voortgezet onderwijs

“Hij is ongeconcentreerd, onhandig, slordig, impulsief en nee, hij zal het later echt niet makkelijk krijgen. U vindt dat hij slim is? Toch blijkt dat niet uit de citoresultaten. Vmbo-kader, misschien MAVO maar dan moet er wel heel wat gebeuren wil dat lukken…..” De ouders van Mees herhalen de woorden van  Meneer Sjoerd, de leerkracht van groep 8. Ze zijn er nog steeds beduusd van.

“Tja, wij zien ook wel dat hij nog veel vaardigheden moet ontwikkelen maar zijn wij nou echt de enigen die naast al die hindernissen, zien dat het een slimme jongen is?” Nee hoor, de ouders van Mees zijn zeker niet de enigen.

Uit de praktijk: Mees

Mees is een jonge leerling in groep 8.; hij heeft groep 3 overgeslagen en hij is nu 10 jaar. Mees is de jongste in een gezin met twee jongens. Het is een welbespraakte, zeer opmerkzame jongen met enorm veel humor. Zijn handschrift verdient geen schoonheidsprijs en de aandachtspan laat hier en daar te wensen over. Wordt er een onderwerp aangesneden dat zijn interesse heeft dan verandert hij als een blad aan de boom.

Manipuhelpen

Grote broer is gek op Mees en Mees weet dat: op een subtiele manier spant hij grote broer vaak voor het karretje. Taakjes die veel vergen van de fijne motoriek laat hij over aan zijn broer. Mees verstaat de kunst van het ‘manipuhelpen.’

Zie je de weg of zie je de beren?

Eén op één hoor je waar hij allemaal over nadenkt: hij is breed geïnteresseerd, heeft een enorme woordenschat en kan bijzonder scherp uit de hoek komen. Bij strategische spellen doorziet hij vliegensvlug wat de bedoeling is. Op school zien ze echter alleen zijn hindernissen: ja, hij vindt het inderdaad erg lastig om lang te luisteren en zoals hij zelf zegt:”het gezicht van mijn meester ken ik zo langzamerhand wel. Als hij zoveel uitlegt dan ga ik maar eens mijn veters strikken. En als dat klaar is kijk ik vaak naar buiten. Naar de wolken, je kunt er allerlei vormen in ontdekken. En ik hoor ondertussen echt wel wat de meester zegt hoor, ook al denkt hij van niet.”

Asynchrone ontwikkeling

Nu zit Mees in groep 8 en staan hij en zijn ouders voor de schoolkeuze. “Met VMBO-K is helemaal niets mis. Als dit de school zou zijn die past bij zijn niveau dan is dat prima maar wij denken toch echt dat we hem tekort doen en dat hij daar niet gelukkig van wordt.” Ik ben het met Sylvia en Ron, de ouders van Mees eens: tenslotte is hij in het verleden niet voor niets versneld. Ik zie dat Mees nog niet in balans is: cognitief is hij ver maar vanwege zijn motoriek en werkhouding weet hij de taken nog niet efficiënt uit te voeren.

Luister naar je hart, dat klopt altijd

Ik zet een aantal alternatieven op een rij. Vader Ron geeft al heel snel de voorkeur aan een jaar verlenging van groep 8. “Mees is net als ik destijds, een hele jonge leerling. Ik heb groep 8 zelf ook over gedaan. Het heeft me heel erg goed gedaan.”

Ron is zelf leerkracht en ervaringsdeskundig. Het is zeker een optie die we heel serieus moeten nemen. En zoals Sylvia altijd zegt:”Luister naar je hart, dat klopt altijd.” De kans zit er natuurlijk in dat Mees zich gaat vervelen in groep 8 maar inmiddels heeft meester Sjoerd al laten weten dat er dan gezocht wordt naar verrijking en verdieping.

Vroeg kiezen

Mees is zoals ik al aangaf net zoals zoveel kinderen van zijn leeftijd nog niet in balans: er zit veel in het koppie maar hij heeft er nog moeite mee om dit op de gevraagde manier te etaleren.
Voor Mees komt de schoolkeuze eigenlijk nog te vroeg. En wat doe je dan als ouders: meegaan in het advies of toch je gevoel volgen? De ouders besluiten Mees een jaar verlenging van de basisschool te geven.

Hoe is het nu met Mees?

We zijn inmiddels een jaar verder. Het eerste rapport is binnen en Mees laat het vol trots aan me zien. Ik ben oprecht blij verrast over het resultaat en zo te lezen is meester Sjoerd dat ook: ik zie alleen maar prachtige cijfers en bij werkhouding staan uitsluitend positieve beoordelingen.

Succeservaring en zelfvertrouwen

Zijn moeder vertelt me dat Mees zo enorm ‘gegroeid’ is:”Hij heeft zoveel zelfvertrouwen gekregen. De succeservaringen hebben er voor gezorgd dat hij super gemotiveerd is en hierdoor is zijn werkhouding en concentratie enorm verbeterd. Hij mag zelfs meedoen aan de Masterclass op het voortgezet onderwijs. Bovendien werkt hij nu alleen maar uit het plusboek.” Mees hoort het allemaal glunderend aan. Net als ze willen vertrekken vraagt hij:”Zeg, zou je me nog even kunnen helpen met de werkwoordspelling? Dat is nog wel iets wat ik kan verbeteren.” Natuurlijk wil ik dat.
Tjonge, die Mees, wat een kerel: ‘when de student is ready, the teacher will appear.’
 
Voor Mees hielp dat jaartje extra heel erg goed. Dit geldt echter niet voor elk kind. Het vraagt een nauwgezette afweging: rijping? Een even een tandje erbij in groep 8? Of toch zoals ik in mijn vorige blog schreef over Madieke, het advies opvolgen van de leerkracht en vervolgens laten zien wat je waard bent? Het is en blijft moeilijk maar meestal laat je gevoel je niet in de steek. Dus:’luister naar je hart, dat klopt altijd.’
 
 

Misschien is jouw kind ook nog niet aan het voortgezet onderwijs maar wel helemaal ‘klaar’ met het basisonderwijs. Tegenwoordig zijn er binnen heel veel gemeentes 10-14-scholen.

Vond je dit nuttig? Dan kun je het delen!
Geplaatst in Blog, Gedrag en emoties, Gedrag en opvoeding, Leren leren, Mindset, Uit de praktijk.

2 reacties

  1. Heel herkenbaar dit. Ik zou ook een extra jaar groep 8 willen, maar hij wil dat zelf echt niet. Ik zou ook wel een vmbo en een atheneum willen combineren. Leren door doen en van daaruit zelf analyseren, redeneren, interpreteren, fantaseren en nieuwe oplossingen ontwerpen. Hij wordt niet gelukkig van automatiseren, kennis reproduceren, nieuwe talen leren, huiswerk. En ik snap dat het ‘niet altijd leuk kan zijn’, maar het gaat om de kans op serieuze demotivatie en van daaruit risico op burn out of bore out achtige verschijnselen (dat is wat er eerder gebeurde namelijk). Zoekend!

    • Ja inderdaad, daar moet je scherp op zijn. Het zou inderdaad prachtig zijn als er binnen het VWO ook meer ruimte zou zijn voor praktische opdrachten: niet alleen maar zitten en leren maar ook doen. Binnen het VWO-extra worden er vaak wel opdrachten gegeven die een beroep doen op praktisch leren. Dit zou heel VWObreed aangeboden moeten worden. Als de motivatie toeneemt dan zul je zien dat het kind meer energie krijgt en zich niet meer ergert aan ‘de saaie’ opdrachten. Dat hebben wij zelf immers ook. Als we dingen doen die ons aanspreken worden we veerkrachtiger.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *