“Henriëtte, iedere ochtend is het een strijd om onze zoon naar school te krijgen. We begrijpen het niet. Hij heeft een lieve, begripvolle leerkracht. Zijn talenten worden gezien en hij zou ze volop kunnen benutten. Maar hij lijkt te blokkeren bij rekenen. We zien thuis dat hij het kan maar op school laat hij het niet zien. En dat zorgt er nu voor dat hij niet meer naar school wil. Ik zie hem worstelen maar ik kan hem niet bereiken ….”
Misschien herken je de ervaring van Simone, de moeder van Hidde. Ik kan me voorstellen dat je je dan enorm machteloos kunt voelen. Als leerlingen afhaken of hun talenten niet benutten, is het belangrijk erachter te komen wat de drijfveren achter dit gedrag zijn.
Als de prestatie tot stilstand komt
Wanneer de prestaties van een kind tot stilstand komen, is dat een ernstige situatie. Hidde lijkt nu alles in de strijd te gooien om ‘de pijn’ te mijden. Maar uiteindelijk levert dit alleen maar meer gedoe op. Belangrijk om deze negatieve spiraal zo snel mogelijk te doorbreken en te onderzoeken wat er achter zijn gedrag zit.
Op één lijn maar veel vragen
Ik besluit eerst een gesprek te plannen met de ouders en de leerkracht. We constateren in dit gesprek dat we met elkaar op één lijn zitten: zowel ouders als de leerkracht zien een pientere, zeer creatieve jongen die niet in beweging komt daar waar het om rekenen gaat.
De ouders van Hidde zijn intussen thuis met de rekenvaardigheden aan de slag gegaan en zien dat Hidde de uitleg goed oppakt. “Alleen het zelfstandig uitvoeren van een rekentaak vindt hij nog spannend maar ook daar komt progressie in,” zegt Anton, de vader van Hidde.
“Ik zie dat de begeleiding thuis echt vruchten afwerpt. Hidde kan mij prima vertellen hoe hij een som moet uitrekenen. Ik geef dan aan welke taken hij zelfstandig moet maken. Maar als ik dan verder ga met mijn ronde in de klas, doet Hidde niets meer. Hij maakt alleen de taak als ik naast hem sta”, zegt meester Bram.
Het puzzelt ons wat maakt dat Hidde zelf niet in beweging komt: is er sprake van faalangst? Vindt hij het lastig om de taak te overzien en in zijn eentje de juiste stappen te nemen? Wordt hij teveel afgeleid? Zou zijn brein dan toch anders werken? Of is er toch een andere reden voor dit gedrag?
Allemaal vragen waarop we maar op één manier een antwoord kunnen krijgen en dat is door met Hidde zelf het gesprek aan te gaan en dit te onderzoeken.
Uit de praktijk: Hidde
En zo komt Hidde opgewekt de praktijkruimte binnen. Zijn interesse wordt gelijk gewekt door de boeken die op de plank staan. Voor ik het weet zijn we in gesprek. Het valt me op dat Hidde een brede interesse heeft en veel parate kennis.
Zijn ouders hebben hem uitgelegd wat de reden van de afspraak is. Ik leg Hidde nogmaals uit dat we graag willen begrijpen waarom hij zoveel weerstand heeft om naar school te gaan en wat ervoor zorgt dat het rekenen zoveel frustratie oplevert.
We starten daarom eerst met een aantal taken om te onderzoeken hoe Hidde informatie verwerkt en hoe hij de taken aanpakt. Hidde gaat zeer gemotiveerd en zonder twijfel aan de slag met de eerste taak. Hij overziet snel wat de bedoeling is en zonder twijfel zet hij de stappen die nodig zijn om te komen tot het eindresultaat.
De volgende taak doet een beroep op het werkgeheugen en een planmatige aanpak. Ook deze taak verloopt uitstekend. Hij neemt me mee in zijn aanpak en legt me uit welke ezelsbruggetjes hij heeft om te onthouden wat hij moet doen.
Niet willen of niet kunnen?
Vervolgens komen we tot de kern: rekentaken en waarom hij niet in actie komt. Hidde is hierover heel uitgesproken: “Het is saai. Het is teveel herhaling en het gaat me toch niet lukken.”
We besluiten eerst samen te onderzoeken of zijn interne criticus gelijk heeft. Ik vraag Hidde een aantal sommen aan me uit te leggen. Heel nauwkeurig schrijft hij de stapjes op die je moet nemen om tot een antwoord te komen. Als ik hem blij verrast aankijk zegt hij met een brede grijns op zijn gezicht: “Ja, handig, hè?! Heb ik van mijn vader geleerd. Op school leggen ze het altijd heel ingewikkeld uit en mijn vader heeft me nu geleerd hoe ik deze som in een paar stapjes kan uitrekenen.
Hij is het met me eens dat dat stemmetje in zijn hoofd geen gelijk heeft. Hij zou de rekentaak zelfstandig moeten kunnen uitvoeren. Daarom kom ik bij Hidde terug op de woorden ‘saai en teveel herhaling’.
“Ja, als ik heb laten zien dat ik het snap, waarom moet ik dan daarna nog 30 sommen maken? Dat ga ik dan gewoon niet doen. Dan doe ik gewoon niets”. zegt Hidde boos, terwijl hij zijn armen over elkaar slaat.
Sabotage van het geluk
Met dit gedrag saboteert Hidde eigenlijk zijn eigen geluk, dus vraag ik hem: “maar is niets doen dan de oplossing? Nu denkt meester Bram dat je rekenen moeilijk vindt en geeft hij je nog meer opdrachten? Is dat wat je wilt? Wat kan het je opleveren als je meester Bram de werkelijke reden vertelt?
Ik zie dat ik met deze vragen bij Hidde een zaadje heb gepland. Maar ondanks dat ik zeker weet dat hij het antwoord weet, laat hij zijn gebruikelijke reactie zien: hij haalt nonchalant zijn schouders op en zegt dat hij het niet weet.
Ik besluit Hidde even alleen te laten met de hoop dat het zaadje tot wasdom komt. Ik geef hem nog een paar rekentaken en daag hem uit deze zelfstandig op te lossen. Daarnaast herinner ik hem aan de vragen die ik hem heb gesteld
Ondertussen praat ik Simone bij over mijn waarneming.
Als Simone en ik na een minuut of 10 de praktijkruimte binnenkomen kijkt Hidde op uit het boek waarin hij aan het lezen is. Hij laat ons vervolgens trots de resultaten van de rekentaken zien. Tot mijn verbazing zie ik dat hij meer opdrachten heeft gemaakt dan ik had voorgesteld. Simone en ik reageren beide enthousiast.
We komen terug op de vragen die ik hem stelde. Hidde is het met me eens dat het gedrag dat hij op school laat zien alleen maar energie kost en niets oplevert. Hij vertelt vervolgens eerlijk dat hij het heel spannend vindt om meester Bram te vertellen dat hij afwisseling nodig heeft en eigenlijk meer uitdaging.
‘Als je het niet durft te zeggen, schrijf het dan op’
Zoals veel hoogbegaafde kinderen in mijn praktijk is Hidde dus bang voor de reactie van zijn leerkracht. Hij heeft de verwachting dat hij zijn gevoel wel kan uitspreken maar dat meester Bram daar niets mee doet.
Als ik mijn aanname bespreek, bevestigt Hidde dit. En in het kader van ‘als je het niet durft te zeggen, schrijf het dan op, stel ik het volgende voor: “Zeg Hidde, jij leest zo graag de Donald Duck. De striptekenaar tekent dan altijd gedachtenballonnetjes zodat je kunt lezen wat Donald denkt. Wat zou het voor meester Bram ook fijn zijn als hij kon lezen wat jij denkt. Wat zou je ervan denken om zelf een stripverhaal te maken waarin jij de hoofdrol speelt en in de gedachtenballonnetjes schrijft wat je denkt”
Hidde veert direct enthousiast op. Dit idee smaakte naar meer. Hidde gaat aan de slag met dit voorstel. En niet lang na ons gesprek stuurt Simone het resultaat toe.
Eerst matchen en dan stretchen
En nu maar hopen dat meester Bram aansluit bij de behoefte van Hidde.
Als kinderen ongemotiveerd zijn is het namelijk van belang om eerst te matchen en dan te stretchen: m.a.w. sluit eerst aan bij de behoefte van het kind. De verwachting is dan dat kinderen zoals Hidde zich gezien en gehoord voelen en daardoor weer in een positieve motivatiespiraal komen.
Afspraken met duidelijke kaders
Een gesprek met meester Bram staat nu gepland. In de tussenliggende tijd hebben de ouders van Hidde de volgende afspraak met hem gemaakt: Hidde zorgt ervoor dat hij elke ochtend zonder drama om 8:15 uur klaar staat om naar school te gaan en hij laat aan meester Bram zien dat hij in staat is om zelfstandig een rekentaak te maken.
Wordt vervolgd…
Heb jij ook een kind of leerling die zijn eigen geluk lijkt te saboteren en daardoor vastloopt Neem dan contact op, dan onderzoeken we samen hoe we het kind weer in beweging kunnen krijgen.
De namen in dit blog zijn uit het oogpunt van privacy gefingeerd