Hoogbegaafd: vertrouwen geven maar niet dwingen

Ik zie veel jongeren in mijn praktijk die het talent hebben om te leren maar die de lol in het leren verloren zijn. Ze hebben geen motivatie om zich elke dag bezig te houden met het luisteren naar antwoorden waar ze niet in geïnteresseerd zijn. Ouders en ook leerkrachten zien met lede ogen aan hoe zo’n talentvolle leerling zich terugtrekt en niet meer te bereiken is of juist opstandig wordt.  Dit overkwam Pien en haar ouders ook.

Uit de praktijk: Pien

Pien viel op de basisschool op door haar goede resultaten. Zij hoefde zich nauwelijks in te spannen om dit doel te bereiken. Op de middelbare school viel zij al snel op: volgens de leerkrachten verstoorde zij de lessen, zij leek de lesstof niet te begrijpen en tenslotte regende het onvoldoendes. In overleg met ouders vonden er observaties en onderzoeken plaats. Er werd van alles geconstateerd. Maar er werd geen actie ondernomen om Pien te helpen.

Een dik dossier met een labeltje

Bij onze eerste ontmoeting kwamen de ouders van Pien binnen met een dik dossier onder hun arm. Uit de inhoud viel te lezen dat de ‘deskundigen’ het vermoeden hadden van ADHD. De ouders van Pien herkenden hun dochter helemaal niet in de diagnose en de verslagen. Nadat ik Pien had ontmoet kon ik me hun verbazing goed voorstellen.

Pien had door alle tegenslagen op school een mechanisme opgebouwd om clownesk gedrag te laten zien. Hiermee kreeg ze de lachers op haar hand. Van binnen voelde ze zich erg onzeker: ze vroeg zich af  hoe het toch kon dat ze in tegenstelling tot de basisschool nu alleen maar onvoldoendes haalde.
“Iedereen praat maar over me en tegen me en niemand doet iets. En ze vragen mij niets. En al zouden ze me wat vragen, ze luisteren toch niet,” zegt Pien somber.

Een negatieve leeridentiteit

Gelukkig praat Pien wel met mij en hieruit wordt duidelijk dat Pien een meisje is dat niet op haar mondje gevallen is. Helaas denkt ze ondertussen negatief over zichzelf heeft ze geen plezier meer heeft in leren. Zij ziet niet meer wat zij wel kan.
Na het gesprek kijkt ze me hoopvol en afwachtend aan en vraagt:” en, wat ga jjj hier aan doen?’

Wie is aan zet?

Ik ben nieuwsgierig naar de verwachtingen van Pien. Het wordt duidelijk dat Pien denkt dat ik het voor haar ga oplossen. Het lijkt haar tegen te vallen dat ik aangeef dat ik haar ‘de weg kan wijzen’ maar dat zij zelf aan zet is om de weg te bewandelen. Dit is wel even iets waar Pien toch even bedenktijd voor nodig heeft. En die geef ik haar.

Pien geeft uiteindelijk aan dat zij best wel nieuwsgierig is naar haar werkelijke capaciteiten. In overleg met haar ouders besluiten we haar te laten testen door een expert in hoogbegaafdheid. Om Pien perspectief te geven onderzoeken we ondertussen waar haar interesses liggen. En het blijkt dat Pien heel goed weet wat ze wil. Zij heeft alleen de overtuiging dat dat doel op haar manier wel te bereiken is, namelijk: zonder diploma. Zij is echter nog leerplichtig. Haar teleurstelling is dan ook groot als ik haar zeg dat de overheid een startkwalificatie eist.

Eigen pad

Het onderzoek en de uitslag zorgen toch weer voor wat optimisme en zelfvertrouwen bij Pien. Voor de mentor blijkt het onderzoeksverslag ook een eye-opener en de ouders zijn zichtbaar opgelucht. “Het zit er dus gewoon in, dan zorgen we ervoor dat dat het eruit komt,” zijn de woorden van de mentor.
Alle neuzen lijken de goede kant op de staan: iedereen is gemotiveerd om samen te werken om Pien de weg te wijzen. We kunnen helaas het hele onderwijssysteem en de inhoud niet op de kop gooien maar haar wel steunen in het doorlopen van de eisen die het systeem aan haar stelt. Even lijkt Pien op te leven door het vertrouwen dat zij krijgt. Maar dit is van korte duur want Pien laat zich de weg niet wijzen maar kiest toch haar eigen pad: ze wil geen hulp. Ze gaat wel naar school en maakt de toetsen maar investeert niet of nauwelijks in de voorbereiding.

Loslaten en vertrouwen

Voor de ouders is de keuze van Pien niet makkelijk. Maar dit pad heeft Pien kennelijk nodig.  Gelukkig zien de ouders dit na een flinke worsteling ook. Ze zijn zo dapper om haar los te laten. Ze hebben er vertrouwen in dat Pien haar doel uiteindelijk wel zal bereiken op wat voor manier dan ook. Dit vertrouwen spreken ze naar haar uit: ze laten haar los maar ze laten haar niet vallen. Misschien niet de makkelijkste weg maar zoals zij zelf zegt: “Je kunt van alles tegen me zeggen maar ik laat me door niemand wat zeggen. Ik wil er zelf achter komen. Ik heb het nodig om eerst mijn neus te stoten.”

‘When the student is ready, the teacher will appear.’

Kortom, je kunt het paard naar het water brengen maar je kunt het paard niet dwingen om het water te drinken.

Leestips:

Uit het oogpunt van privacy zijn de namen in dit blog gefingeerd.

Vond je dit nuttig? Dan kun je het delen!
Geplaatst in Ass en adhd, Blog, Faalangst en onderpresteren, Gedrag en emoties, Gedrag en opvoeding, Uit de praktijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *