Hoogbegaafd: wat als de juf niet ziet wat jij thuis ziet?

HOE BEGELEID IK MIJN HOOGBEGAAFDE KIND EFFECTIEF

“Ze ziet niet wat wij thuis zien.” Ik zie de machteloosheid in de ogen van Jolanda, de moeder van de vierjarige Nora. “Ons kind is thuis heel anders dan op school. We horen van haar juf dat ze veel observeert, stil is en weinig initiatief neemt. We vertelden de leerkracht dat we ons kind hier totaal niet in herkennen: thuis is Nora onderzoekend, leergierig, ondernemend stelt veel (levens)vragen, leest haar broertje van 2 voor. Maar juf blijf me ongeloofwaardig aankijken en zegt alleen maar: Tja dat kan zo zijn. Maar ik zie het niet.”

Jolanda voelt zich onbegrepen en vraagt zich nu af hoe ze de leerkracht kan overtuigen. “Begrijp me goed, het gaat me er helemaal niet om dat onze dochter een voetstuk verdient of dat ik nu al zou denken dat ze hoogbegaafd is. Mijn man en ik zien nu dat Nora op school niet zichzelf is. We willen graag dat ze gezien wordt en dat ze zich kan ontwikkelen.”

Jolanda is niet de enige ouder in mijn praktijk die tegen de waarneming van de leerkracht aanloopt. En voor jou zal het misschien ook herkenbaar zijn. Wellicht vraag jij je ook wel af hoe je ervoor kunt zorgen dat leerkracht ziet wat jullie thuis ook zien.
Daar kan ik heel kort over zijn: dat kun je helaas niet afdwingen… Hoezo?? Ik leg je uit waarom en wat er wel nodig is om ervoor te zorgen dat je zoon of dochter zich op school ook veilig voelt om zichzelf te zijn.

Heb je het vermoeden dat je kind hoogbegaafd is? Dan moet je dit weten!

Uit de praktijk: Nora

De eerste keer dat ik Nora ontmoet, lijkt ze wat gespannen. Ze kruipt veilig bij haar mama op schoot. Jolanda wil dat haar dochter naast haar gaat zitten. Ik zie dat ze geïrriteerd raakt over het gedrag van haar dochter. Jolanda ontspant als ik zeg dat ik het heel goed begrijp dat Nora nog even bij mama wil zitten. Ik vraag aan Nora of ze het spannend vindt en ze knikt instemmend. Ik probeer het ijs te breken door even wat spelletjes op tafel te leggen. Dan zie ik dat Nora opveert en al snel roept ze enthousiast: “Vlotte Geesten, die hebben wij thuis ook!!” De kaarten worden geschud en al snel klimt Nora van Jolanda’s schoot en zie ik het vuur in haar ogen. Drie keer raden wie het spelletje wint…?

Onderzoekend en bedachtzaam

Terwijl Nora nog aan het genieten is van haar overwinning, pak ik een Smartgame uit de kast. “Als jij Vlotte geesten een leuk spel vindt, dan denk ik dat jij dit ook wel leuk vindt.” Nora kijkt wat onderzoekend naar de Smartgame die ik op tafel heb gelegd. Ze bladert bedachtzaam door het boekje van het spel Colourcode. En nadat ze alle benodigde figuren overzichtelijk op tafel heeft gelegd, stel ik voor om maar gelijk bij level 5 te beginnen. Nu zie ik de spanning op haar gezicht. Ze gaat desondanks de uitdaging aan en ontdekt dat ze met gemak het puzzeltje legt.

Ik stel vervolgens voor dat ze nu zelf een level mag uitzoeken. Ze aarzelt eerst nog of dat het volgende level moet zijn. Dan bladert ze verder, kijkt me wat ondeugend aan en besluit de stap naar level 25 te nemen. Ik knik haar bemoedigend toe. De energie spat er vanaf als haar dit ook lukt.
Het ijs is gebroken. Als het spel uitgespeeld is loopt Nora vrij rond en vertelt honderduit. “Dit bedoel ik dus,” zegt Jolanda zichtbaar opgelucht.

Voldoen aan verwachtingen

Nora is een meisje dat eerst de kat de boom kijkt. In een nieuwe omgeving zal ze niet zo snel haar talent etaleren. Kinderen zoals Nora vallen juist op door hun bescheidenheid en volgzaamheid. Ze willen voldoen aan de verwachtingen van een leerkracht en doen zichzelf vaak te kort. Ze zijn bang om fouten te maken en kiezen soms liever voor een makkelijk werkje dan dat ze ‘het risico’ nemen om fouten te maken. 

Deze kinderen zijn enorm gevoelig voor de boodschap die de leerkracht uitzendt: als jij als leerkracht misschien onbewust zegt ‘dit is moeilijk‘ of ‘nee, dit gaan we pas leren in groep 3’ dan zullen deze kinderen de eersten zijn die denken ‘oké, juf zegt het, dus dan zal het wel zo zijn’.
Bij Citotoetsen denken ze gecompliceerder dan nodig is met als gevolg dat het resultaat niet overeenkomt met wat het kind werkelijk kan. 

Als je dit niet vroegtijdig signaleert dan zal het kind binnen no time onderpresteren en zal het welzijn in gevaar komen.

Vertrouwen en verbinding maken

Maar nu terugkomend op de vraag: wat doe je als de leerkracht niet ziet wat jij thuis ziet? Je wilt de leerkracht het liefst overtuigen van wat je kind werkelijk kan. Maar in de praktijk zie ik vaak dat dat leidt tot irritatie. 
Je komt tegenover elkaar te staan en daar help je het kind niet mee.

Stop daarom met overtuigen maar neem jullie gezamenlijke doel als uitgangspunt: zowel jij als de leerkracht wil dat het kind met plezier naar school gaat en dat het zich ontwikkelt. Van daaruit ga je kijken wat het kind nodig heeft om tot bloei te komen.
In het geval van Nora is dat veiligheid, verbinding, vertrouwen en aangesproken worden op haar competenties. En dat laatste niet door haar te testen op haar kunnen maar door haar vanuit vertrouwen kleine stapjes te laten nemen vanuit de comfortzone naar de zone van de naaste ontwikkeling. En dat lukt het best met materiaal waar de interesse van het kind ligt.

Wil elke ouder dat een kind slim is?

‘Maar elke ouder wil dat zijn kind slim is,’ hoor ik veel professionals zeggen. Maar willen ouders dat hun kind slim is of willen ze dat hun kind door jou gezien wordt en dat ze als expert van hun eigen vlees en bloed serieus genomen worden? 

Ooit had ik een meisje in de praktijk dat zei: “mama, je moet maar niet meer met de juf praten. Dat vindt juf niet fijn.” Dit meisje voelde met haar vier jaar al aan dat juf erg geïrriteerd werd door het feit dat het kind volgens de ouders uitgedaagd moest worden. Deze leerkracht deed op haar manier haar best om het meisje uitdaging aan te bieden. Maar dit meisje was bang om fouten te maken en weigerde pertinent alle uitdaging. Voor de leerkracht een bewijs dat het kind echt niet zo slim was zoals de ouders dachten. In de gesprekken met de ouders bleef ze volharden dat ze niet zag wat de ouders zagen. 

Wat deze leerkracht niet zag was dat haar manier van handelen er alleen maar voor zorgde dat dit meisje steeds verder ging onderpresteren.

Wat kun je als ouder doen?

Wil jij  graag dat je kind zich veilig voelt en gezien wordt in zijn eigenheid? Ik adviseer je om het volgende:

  1. Heb reële verwachtingen richting je kind
    Als het goed zich voelt je kind zich veilig bij jou en zal het zichzelf zijn. Een kind dat voor het eerst naar school gaat of bij een nieuwe leerkracht komt, zal moeten wennen en nog niet direct laten zien wat het kan. Sommige (hoog)begaafde kinderen kijken eerst de kat uit de boom en nemen de tijd om alle indrukken in zich op te nemen. Niet zo gek dat de leerkracht in eerste instantie een heel ander kind ziet dan dat jij thuis ziet. Er zijn ook kinderen die de eerste weken juist wat onrustiger of juist opstandiger zijn dan thuis. Achter dit gedrag zit vaak een reden: wellicht zijn ze zoekende naar het plekje in de groep, voelen ze zich onzeker of kopiëren gedrag van andere kinderen omdat ze denken dat dat de norm is. Blijf kalm. 
  2. Voorkom dat je je frustraties gaat stapelen en maak tijdig een afspraak.
    Merk je dat je kind met weerstand naar school gaat, maak dan tijdig een afspraak. Als het goed is wil de leerkracht het allerbeste voor je kind. Je hebt immers hetzelfde doel en dat is dat het kind met plezier naar school gaat.
  3. Maak de afspraak op een rustig moment
    ‘s Ochtends om half negen is het spitsuur op school. De leerkracht heeft dan alle aandacht nodig voor de kinderen. Mail de leerkracht of maak een afspraak wanneer alle kinderen ‘s middags naar huis zijn.
  4. Vat kort samen waarom je een gesprek wilt.
    Op die manier kan de leerkracht zich goed voorbereiden.
  5. Heb reële verwachtingen richting de leerkracht.
    De kans dat de leerkracht hetzelfde waarneemt als jij, is dus zoals eerder beschreven, vrij klein. Zeker bij (hoog)begaafde kinderen die zich enorm aanpassen.  Geef de leerkracht de kans om zijn waarnemingen met je te delen en vul deze zonder oordeel aan met je eigen waarnemingen. Van daaruit kun je verder bouwen.
  6. Maak eens zonder dat je kind het doorheeft, een video van verschillende momenten thuis: beelden zeggen meer dan woorden. Op die manier kun je laten zien wat je bedoelt met je waarneming.
  7. Vraag om een overdracht van het kinderdagverblijf, gastouder of de peuterspeelzaal waar je kind zat: als de leidster al zag dat de ontwikkeling van jouw kind sneller verliep t.o.v. de andere kinderen, dan is het van belang dat zij deze waarneming met de leerkracht deelt.
  8. Stimuleer de leerkracht om aan te sluiten bij de interesses van je kind.
    Zonder relatie geen prestatie: je kind heeft vast een hobby waar hij heel trots op is. Dit kan een mooi opstapje zijn naar de verbinding met de leerkracht.

Wat kun je als leerkracht doen om te zorgen dat het kind zichzelf laat zien?

Sommige (Vermoedelijk) (hoog)begaafde kinderen kunnen zich als een kameleon gedragen. Het kan dan voor jou als leerkracht moeilijk zijn om te zien wat ouders thuis zien. Jij wilt graag het allerbeste voor het kind en doet je best om het kind te zien in de eigenheid. En als dit niet lukt dan snap ik dat je je machteloos en misschien zelfs gefrustreerd kunt voelen.
Voor kinderen die hun talent bij jou als leerkracht nog niet durven te etaleren, adviseer ik het volgende: 

  1. Neem de ouders serieus: stel je onbevangen op. Realiseer je dat de ouders net als jij willen dat een kind gelukkig is.
  2. Laat je bewijsdrang los. Testen werken vaak averechts. Een kind heeft feilloos door of jij vertrouwen in hen hebt. Voelen ze wantrouwen dan krijg je niets te zien van wat jij wilt zien.
  3. Zet vaststaande overtuigingen opzij en neem de tijd om het kind in verschillende contexten te observeren: niet alle cognitief getalenteerde kinderen laten hun talent direct zien in testresultaten. Observeer deze kinderen. Luister bijvoorbeeld op een afstandje hoe het kind communiceert met andere kinderen in een niet-klassikale setting. Let op hun taalgebruik en op de manier waarop ze contact maken.
  4. Toets je waarneming aan de werkelijkheid: is dat wat je ziet een feit of een aanname? Door te veroordelen wat je ziet open je geen deuren.
  5. Maak verbinding met het kind: als je ziet dat het kind het spannend vindt om één op één met jou verbinding te maken, benoem het gevoel en geef aan dat dat gevoel er mag zijn. Even meegaan in de emotiekuil is de eerste stap naar verbinding.
  6. Geef het kind de tijd. Sommige kinderen hebben het nodig om eerst even af te tasten wat ze aan je hebben.
  7. Wees authentiek: (hoog)begaafde kinderen voelen vaak feilloos aan of je meent wat je zegt. Als je het even niet meer weet dan kun je daar maar beter eerlijk over zijn. Ook richting de ouders. Het kan een prikkel zijn voor zowel het kind als de ouders om mee te denken en initiatieven te tonen maar ook om het geduld te bewaren.
  8. Sluit aan bij de interesses van het kind: vraag eventueel aan de ouders waar het kind interesse in heeft en nodig ouders en het kind uit iets mee te nemen van huis waar het graag iets over wil vertellen.
  9. Let op je communicatie en creëer een stimulerende omgeving: gebruik ‘groeitaal’; bijvoorbeeld: ‘Hey dat is leuk. Dit is een werkje dat je nog nooit hebt gedaan. We gaan samen ontdekken hoe het moet. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit jij dit leert’. In plaats van: ‘weet je zeker dat je dit werkje gaat kiezen? Je hebt nog niet alle werkjes gedaan uit de kast van groep 1. Dit is een werkje uit de kast van groep 2 en dat is heel moeilijk….’ Of als een kind interesse heeft in cijfers en letters dat je dan een omgeving creëert waarin je in de behoefte voorziet in plaats van dat je zegt ‘Nee, lezen leer je pas in groep 3.’
  10. Begin vanuit de comfortzone en zet dan stappen zijwaarts in de zone van de naaste ontwikkeling: kinderen die de lat hoog leggen voor zichzelf help je vaak ‘door het koude water heen’ door te beginnen met iets wat ze kunnen of waar ze interesse in hebben. Geef hen in eerste instantie de regie in het nemen van de stapjes. Je ziet gauw genoeg wanneer het vertrouwen er is. Blijf kalm en stel coachende vragen. Ervaring leert dat als deze kinderen niet gedwongen worden maar de kans krijgen om vanuit autonomie de stapjes te nemen in het tempo dat bij hen past, het zelfvertrouwen toeneemt. En dan zul je verrast zijn over welke sprongen ze maken.

Hoe is het nu met Nora?

Jolanda: “Ik vond het heel erg fijn dat de leerkracht openstond voor een gesprek met jou. Ze heeft je tips ter harte genomen en dat wierp geleidelijk aan echt z’n vruchten af. Ik heb me gerealiseerd dat ik Nora ook de tijd moet gunnen om te wennen aan de nieuwe situatie. En dat het logisch is dat ze zichzelf nog niet direct laat zien. Heeft ze vast van d’r moeder, haha. Ik ben ook echt iemand die de kat uit de boom kijkt en moet landen. En als ik me dan veilig voel dan  krijg ik ook vaak reacties van mijn omgeving dat ze verrast zijn. Ze geven dan aan dat ik veranderd ben maar eigenlijk laat ik dan mijn ware ‘ik’ zien. 
Nora gaat nu met veel plezier naar school en is erg blij met haar juf. Juf ziet haar en daagt haar gelukkig goed uit.”

Juf Elise: “Ik vond de eerste gesprekken met de ouders van Nora heel lastig. Heel eerlijk, ik dacht ‘daar heb je weer van die ouders die hun kind slim vinden’ want wat ik ook deed, Nora liet geen tekenen van haar talent zien. Ik dacht in eerste instantie meer te kunnen zien door middel van een test maar ik zag al snel dat ze totaal niet betrokken was. De tip die je gaf om haar te observeren in contact met klasgenootjes maar ook op de gang als haar ouders haar ophaalden, gaven me andere inzichten. Haar taalgebruik en woordenschat vielen me echt op. Nora zag ik helemaal opbloeien toen ze op school wat mocht vertellen over de spelletjes die ze thuis speelt. Ze werd vrijer en ons contact werd beter. Nu vraagt ze zelfs uit zichzelf of zij in de kring mag voorlezen. Zo ontzettend leuk om te zien. Ik ben echt blij met deze verandering. Ik zie nu ook beter wat ze nodig heeft.”

De namen in dit blog zijn uit het oogpunt van privacy gefingeerd

 

Deze blogpost kan affiliatelinks bevatten. Als jij via zo’n link iets koopt of boekt, krijg ik een kleine vergoeding. Dit gebeurt anoniem en kost jou niets extra’s. Samenwerkingen en affiliatelinks stellen mij in staat om deze website te onderhouden en jou van informatie te blijven voorzien. Meer hierover lees je in mijn disclaimer

Vond je dit nuttig? Dan kun je het delen!
Geplaatst in Blog, Gedrag en emoties, Hooggevoeligheid, Mindset.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *