Herken je dit? Dat je een vraag stelt aan iemand die aangeeft deskundig te zijn en dat je gevoel toch iets anders zegt?
Ik had die ervaring toen er lekkage was bij ons in de badkamer. De man die zich voorstelde als expert zou wel even het klusje klaren. De manier waarop hij te werk ging gaf mij geen vertrouwen. En helaas, ik kreeg gelijk want na zijn vertrek zagen we de druppels vanuit de badkamer weer via het plafond in de keuken terecht komen. En wat kregen we als reactie toen we dit meldden?! …”Ja maar, ik heb al zoveel gedaan! Zien jullie het wel goed? Komen die druppels niet ergens anders vandaan?”…en daar konden we het mee doen.
De lekkage is inmiddels opgelost hoor. Door iemand waarbij we direct het vertrouwen voelden. Zijn vragen en aanpak getuigden van deskundigheid.
Vertrouwen is de basis om op voort te bouwen. Is er geen vertrouwen dan bouw je op drijfzand. Dat geldt ook voor de begeleiding van jouw hoogbegaafde kind. Jij zult ook direct voelen of diegene die jouw kind begeleidt het bij het rechte eind heeft. En als jij voelt dat deze het in jouw optiek niet bij het rechte eind heeft maar je bent er wel van afhankelijk, dan is dat verdraaid lastig. Die ervaring had Tanja ook bij de leerkracht van haar dochter. Koen, zo heet de leerkracht van Tanja’s dochter Anneloes, wist heel zeker dat hij Anneloes goed in kaart had en dat hij haar de juiste uitdaging bood. Het gedrag van Anneloes thuis vertelde Tanja wat anders. In dit blog lees je de ervaring van Tanja en haar dochter Anneloes en hoe je als leraar kunt voorkomen dat een hoogbegaafd kind in een neerwaartse spiraal komt.
Uit de praktijk: Anneloes
Anneloes is een pienter, wilskrachtig meisje van negen jaar. Thuis laat ze zich gelden en weet ze heel goed wat ze wil. Op school daarentegen valt ze niet op.
Nu Anneloes in groep 6 zit had ze de hoop dat ze veel meer zou leren. Met enthousiasme begon ze het nieuwe schooljaar maar zo tegen de herfstvakantie zagen de ouders haar veranderen. Tanja:”Ze kwam steeds vaker gefrustreerd uit school en was ‘s ochtends met geen 10 paarden in beweging te krijgen. In het weekend kikkerde ze vaak weer op. Maar nu is ze meestal op zondagochtend al niet meer te genieten omdat ze maandag naar school moet. We proberen haar telkens te motiveren om bij meester Koen aan te geven dat ze uitdaging wil. Anneloes heeft dit een aantal keer geprobeerd maar vindt geen gehoor.”
Veel gesprekken en geen verandering
“We hebben sinds de herfstvakantie al vier gesprekken gehad,” vervolgt Tanja. “In het begin waren we hoopvol maar nu zinkt de moed ons in de schoenen. Eerst werd ons gevraagd geduld te hebben en te wachten op de Cito-uitslagen. Toen deze bekend waren en aanleiding gaven om uitdaging aan te bieden, moest er eerst een plan geschreven worden. Dat duurde zo lang dat ik maar weer aan de bel getrokken heb. Bleek dat de intern begeleider, die het plan zou schrijven, ziek was. Als ik er niet naar geïnformeerd had dan was er nog niets gebeurd.”
Weer luisteren naar ellenlange uitleg
“Twee weken geleden zouden we dan eindelijk het plan bespreken. Anneloes mocht mee naar het gesprek. Ze had hoge verwachtingen: eindelijk zou er wat gaan veranderen. Tijdens het gesprek zag ik haar gezicht al betrekken. Toen ik vroeg of ze kon aangeven wat er was, barstte ze in tranen uit: “Nu moet ik weer eerst met de klas meedoen. Weer luisteren naar de ellenlange uitleg terwijl ik dit allang snap. En daarna mag ik pas met de uitdaging beginnen. Daar heb ik dan toch nauwelijks de tijd voor.”
Ergernis
Tanja vervolgt: “Ik was ontzettend blij dat Anneloes eindelijk eens haar gevoel uitte maar ik voelde de ergernis bij de leerkracht. Hij stapte direct over het gevoel van Anneloes heen en zei ‘Nou Anneloes, we hebben ontzettend ons best gedaan om een mooi plan voor jou te maken. Ik vind dat je wel heel snel oordeelt. Jij vindt dat je niet mee hoeft te doen bij de uitleg. Nou, ik zie je toch echt wel af en toe een foutje maken.’
Didactisch onderzoek
Tanja vervolgt: “Nou ik snap wel waarom Anneloes af en toe fouten maakt. Van al dat herhalen word je hersendood. En dat ziet meester Koen niet. Hij vertaalt het als een werkhoudingsprobleem en begint dan een eindeloos verhaal over de mindset. Het gedrag van Anneloes zie ik als een motivatieprobeem. Wie heeft hier een fixed mindset? Mijns inziens is dat de leerkracht, omdat hij weigert om eens te onderzoeken wat er verandert als hij Anneloes uitdagend materiaal aanbiedt. Ik heb er schoon genoeg van. Vorig jaar hebben we een dure test laten afnemen. Daar is niets mee gedaan. Ik las onlangs je blog over een didactisch onderzoek. Kennelijk is het nodig om nog meer bewijs aan te leveren. Dan lijkt mij een didactisch onderzoek heel verstandig.”
Ik zie tranen van frustratie in de ogen van Tanja.
De goede dingen doen
Hoewel ik op veel scholen zie dat ze erg goed in verbinding staan met ouders daar waar het gaat om kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of hoogbegaafdheid, krijg ik helaas ook nog regelmatig aanmeldingen van ouders met de ervaring zoals Tanja. Scholen hebben echt wel de intentie om aan te sluiten bij de behoeftes van het kind maar door onervarenheid of door welke reden dan ook vinden ze niet de juiste aansluiting. Er gaan weken, zo niet maanden en vele gesprekken overheen. De leerkracht heeft het gevoel al heel veel te hebben gedaan. Maar goed, er is een verschil tussen veel dingen doen en de dingen goed doen.
Hoe eerder een kind weer gemotiveerd raakt, hoe beter
Ergernissen nemen over en weer toe. Ouders durven al bijna niet meer te vragen om nog een gesprek. En het kind wordt er de dupe van en dan kunnen leerprestaties tot stilstand komen.
Wanneer de prestaties van een kind tot stilstand komen, is dat een ernstige situatie. Het roept onverschilligheid en moedeloosheid op bij het kind. Als wat hij doet er niet meer toe doet, wat maakt het dan nog uit? Apathie ligt op de loer en soms leidt dit zelfs tot depressiviteit.
Een kind dat niet gemotiveerd is om te presteren, zal eerst onderpresteren. Door verlies aan succeservaringen zal hij na verloop van tijd helemaal niets meer doen. Belangrijk is om het kind zo snel mogelijk uit de negatieve spiraal te krijgen. Hoe eerder een kind weer gemotiveerd raakt, hoe beter.
Lerarentekort, ziekte, tijdgebrek, te weinig ervaring
‘Ja maar, we willen wel maar waar halen we de tijd vandaan,’ hoor ik leerkrachten dan vaak zeggen. Nou dat is inderdaad echt een probleem. Als het geen tijdgebrek is dan is het wel dat er sprake is van een lerarentekort. Het ‘gewone programma kan al een uitdaging zijn. Laat staan dat je ook nog een programma moet maken voor wat ‘afwijkt’ van de rest. En als je dan ook nog weinig ervaring hebt in waar je op moet insteken, dan kan dat frustrerend zijn. En dan snap ik wel dat een leerkracht teleurgesteld is als het plan niet met enthousiasme ontvangen wordt.
Op tijd hulp vragen scheelt kosten en frustratie
Maar wat doe je als leerkracht als je tijdgebrek hebt en/of te weinig ervaring? Wat leren we kinderen als ze zelf geen oplossing kunnen vinden? Juist, we leren hen om hulp te vragen. En waarom stellen we het vragen om hulp op scholen dan zo vaak uit? Omdat het geld kost? Tijd is ook geld. Tel eens al die uren op dat je als school tijd moet vrijmaken voor gesprekken. Doe dit keer het aantal personen dat aansluit bij het gesprek. Ik vrees dat je dan schrikt. Voor dat bedrag had je misschien wel drie keer een expert kunnen inhuren. En dan had jij in die tijd andere dingen kunnen doen. Dan waren ouders en leerling tevreden omdat je hen serieus neemt en zou je via die expert, kennis kunnen opdoen voor een leerling in de toekomst.
Hoe voorkom je als leerkracht dat het kind in een neerwaartse spiraal komt
- Neem als school ouders en kind serieus.
- Werk vanuit de ‘heilige drie-eenheid’ (de pedagogische driehoek): zonder relatie geen prestatie.
- Zorg voor verbinding, veiligheid en wederzijds vertrouwen
- Hou het doel voor ogen en maak verbinding: ga er als leerkracht en ouders vanuit dat jullie een gezamenlijk doel hebben: je wilt beiden dat het kind met plezier naar school gaat. Zet je negatieve overtuigingen opzij en probeer je te verplaatsen in het kind. Dit zorgt voor verbinding in plaats van verwijdering.
- Zorg voor een heldere communicatie: zet de afspraken die gemaakt zijn op de mail en houd ouders op de hoogte van veranderingen. Zo kan iedereen zich houden aan de afspraken en staat niemand voor verrassingen.
- Wacht niet met het aanbieden van passend materiaal totdat je alle toetsuitslagen en plannen hebt klaarliggen. Kijk waar de interesse naar uitgaat of geef het kind de tijd om uit te zoeken wat het graag zou willen leren. Alleen die aandacht en de erkenning kunnen al het verschil maken
- Zet twee sporen in: zorg enerzijds voor ondersteuning bij eventuele hiaten en anderzijds voor uitdaging.
Als we zien dat een hoogbegaafd kind de basis mist, dan zijn we geneigd om veel oefenstof aan te bieden, zodat de basis er in ieder geval goed in komt te zitten. De bedoeling is goed en het lijkt logisch, maar het is een enorme valkuil! Basisleerstof is voor hoogbegaafde kinderen niet prikkelend genoeg. Demotivatie ligt dan al snel op de loer. Hier moet je dus even omdenken: bied het kind uitdaging aan en het zal vanzelf gaan ontdekken dat het basisvaardigheden mist. Het kind is gemotiveerd om de uitdagende opdracht op te lossen en zal inzien dat het zich zal moeten verdiepen in de basisstof. - Evalueer regelmatig en laat het kind meedenken: in het begin is het van belang om samen met het kind en de ouders wekelijks even kort te evalueren hoe het gaat. Ja dat kost tijd maar als je ‘de trein op de rit’ hebt zal het uiteindelijk tijd schelen.
Bereid als ouders de evaluatie voor met je kind, zodat je kind tijdens het gesprek betrokkenheid laat zien. Het kan handig zijn om een ‘meetlat’ te gebruiken waarin het kind aangeeft hoe het gaat. Bijvoorbeeld: een 3 staat voor slecht en een 6 staat voor voldoende. Hiermee heb je ook helder hoe de vorderingen zijn. - Hanteer een plan van aanpak: werk vanuit een helder plan van aanpak met realistisch gestelde doelen volgens een duidelijk tijdspad.
En last but not least: voorkom dat de tijd verloren gaat aan eindeloos overleggen. VRAAG HULP als je twijfelt. Dat is geen teken van zwakte maar van KRACHT. Hoogbegaafde kinderen en hun ouders hebben namelijk feilloos door als jij twijfelt over je handelen. Het feit dat je deze kinderen ziet en erkenning geeft voor hun behoefte is al zo’n belangrijke eerste stap. Wie zegt er dat een leerkracht alles moet weten?
Als je altijd blijft doen wat je altijd deed, dan blijf je krijgen wat je altijd kreeg. Open je vizier en zie hulp als een kans om te groeien zodat je uiteindelijk maatwerk kunt leveren voor de doelgroep die ook zo graag gezien wil worden. De investering die je nu doet is de winst voor later.
Hoe is het nu met Tanja en Anneloes?
In overleg met meester Koen hebben Tanja en haar man besloten een didactisch onderzoek af te laten nemen. Het gevoel van Tanja bleek te kloppen: Anneloes bleek een forse voorsprong te hebben. De resultaten en adviezen worden binnenkort besproken.
Meester Koen was gelukkig bereid om ondertussen uitdaging in te zetten. Hoewel het vertrouwen moet groeien, zien Tanja en haar man het plezier bij hun dochter weer terug komen.
Uit het oogpunt van privacy zijn de namen in dit blog gefingeerd.