“Mijn hoogbegaafde leerling blokkeert als ik een vraag stel. Wat kan ik doen?”

12 tips om een ‘droomdenker’ op weg te helpen

“Ik weet niet goed hoe ik Dex kan helpen. Hij komt regelmatig bij me en als ik dan vraag wat er is, kijkt hij me aan alsof hij water ziet branden. Ook als ik tussendoor vragen aan hem stel, zie ik dat hij blokkeert. Wat kan ik doen?”
Heb jij net als juf Carla, ook deze ervaring met bepaalde leerlingen? En merk je dat hoe meer vragen je stelt des te minder reactie je krijgt van het kind? Ja, dan voel je je heel erg machteloos en misschien wel gefrustreerd. Je wilt het kind immers helpen maar het enige dat je merkt is dat je steeds minder met elkaar in verbinding staat.

Omgekeerde Colafles

Dex doet me gelijk denken aan een jongen die ik jaren geleden in mijn praktijk had. Hij wist heel mooi te verwoorden hoe hij zich voelde als mensen hem met vragen onder druk zetten: “Mijn hoofd is dan net een omgekeerde Colafles: er zit heel veel in maar er komt weinig uit.”
Ik kan me zo voorstellen dat dus niet alleen de leerkracht de onmacht voelt maar het kind ook.

In dit blog geef ik je inzicht in wat de reden is dat dat kinderen zoals Dex, blokkeren bij een directieve vraag en hoe je het kind het beste kunt helpen.

Dromerskwaliteiten

Dex  is een zeer pientere jongen, maar hij heeft veel dromerskwaliteiten: het is een jongen met een enorme verbeeldingskracht. Wat zijn hoofd bedenkt, maken zijn handen.
Op het moment dat hij een vraag gesteld krijgt, heeft hij de tijd nodig om op zijn ‘denkzolder’ het antwoord te vinden. En als het kind zich onder druk gezet voelt dan lijkt het alsof de deur van de denkzolder op slot gaat. En hoe harder wij (met onze vragen) aan ‘de deur’ trekken des te groter het slot op de deur wordt.

Complex denken of informatie missen

Naast ‘bevriezen’ bij een directieve vraag kan het gebeuren dat droomdenkers bij een vraag complexer denken dan nodig. Ze zien vaak antwoordopties die een ander niet ziet. Hierdoor verdwalen ze als het ware in hun hoofd.
Bovendien kan het gebeuren dat als de leerkracht verbaal instructie geeft in meerdere stappen, het kind afdwaalt en niet meer hoort wat er precies gezegd wordt.

Hoe herken je ‘droomdenkers’? 

Ik vat nog even samen waar je Droomdenkers aan kunt herkennen:

  • Ze hebben vaak een enorme verbeeldingskracht.
  • Ze zien vaak verbanden en détails die andere kinderen niet zien.
  • Droomdenkers kunnen enorm genieten van alleentijd.
  • Het zijn kinderen die niet snel om hulp vragen.
  • Ze starten vaak met een opdracht maar in veel gevallen maken ze de opdracht niet af.
  • Deze kinderen starten meestal traag op en het duurt een tijd voordat ze alle spullen georganiseerd hebben.
  • Ze sluiten zich vaak af en zijn niet altijd zichtbaar in de groep. Als er sprake is van spanning om welke reden dan ook, sluiten ze zich af en worden passief. 
  • En net als Dex, lijken ze de leerkracht niet te horen of te begrijpen.

12 tips hoe je droomdenkers zoals Dex kunt helpen?

  1. Geef ze veiligheid, structuur en blijf kalm.
  2. Leg het doel (nut) van de opdracht duidelijk uit.
  3. Geef duidelijke opdrachten: liefst 1 tegelijk.
  4. Help dagelijks om prioriteiten te stellen.
  5. Wees vriendelijk, vastberaden (geen twijfeltaal), niet veroordelend (vermijd dominantie). Wees kort en bondig.
  6. Laat het kind zo nodig de opdracht herhalen zodat je zeker weet of de opdracht begrepen is.
  7. Help het kind op weg: soms werkt voordoen beter dan een verbale instructie.
  8. Probeer het kind nonverbaal duidelijk te maken dat het hulp nodig heeft, ondertitel dan in eerste instantie wat je denkt te zien: “Ik zie dat je een vraag hebt, klopt dat? Wat fijn dat je bij me komt!” Deze uitnodiging verlaagt de druk op de ketel.
  9. Ga met het kind op een rustig plekje zitten en neem even de tijd om te zien waar het probleem zit. Soms kan het helpen om de opdracht te herhalen. Dan krijg je vaak zicht waar het mis ging in het denkproces.
    Heb je geen tijd geef dan vriendelijk doch duidelijk aan wat je van het kind verwacht: “Ik zie dat je een vraag hebt. Ik kom over….minuten bij je”, of ik kom bij je als ik (naam klasgenoot) geholpen heb.”
  10. Doe de taak voor. En laat het kind de taak daarna zelf doen. Ondertitel de stappen die het kind neemt.
  11. Complimenteer het kind op het moment dat het wel een vraag stelt of iets uit zichzelf vertelt.
  12. Geef het kind prutteltijd: als je ziet dat een kind blokkeert na een open vraag, geef dan aan dat het prima is dat het kind er rustig over nadenkt en dat je over een minuut of 10 wel hoort wat het antwoord is. Ga dan zelf even iets anders doen en kom zoals afgesproken over 10 minuten terug. Dus ‘zeg wat je doet en doe wat je zegt’.

Hoe is het nu met Dex en juf Carla?

Carla: “Ja ik ben een echte kwebbelkous, dat heb ik al wel vaker te horen gekregen haha. Hoe meer Dex verstarde hoe meer ik begon te praten en des te meer Dex op slot ging. Kort en bondig vertellen is een uitdaging voor me. Ik  merk dat meer kinderen baat hebben bij een bondige instructie.
Ik heb ervaren dat Dex een complexe denker is en dat hij me bewust maakt dat ik mijn vraag veel duidelijker moet stellen. Dit pientere kind heeft me geleerd dat je vragen soms multi-interpretabel zijn. Logisch dat je dan vastloopt. 

Wat echt geweldig werkt is dat ik gewoon even laat zien wat de bedoeling is. Ik ben daarna heel duidelijk in mijn verwachting naar hem. In het begin moest ik hem tussendoor regelmatig weer even een zetje geven zodat hij doorwerkte. Nu heeft hij de routine te pakken. Ik zie snel genoeg wanneer hij iets beheerst dus ik verveel hem niet met extra oefening. IK kan hem geen groter plezier doen dan hem nadat de taak klaar is, de ruimte te geven om lekker even wat met zijn handen te doen. LaQ is echt zijn favoriet. Je ziet hem dan genieten.
Ik merk dat onze verbinding beter is: hij komt nu regelmatig naar me toe om iets te vertellen. Ad hoc een vraag stellen werkt nog steeds niet bij hem maar dat accepteer ik in deze fase nog even. Ik leer geduldig te zijn.”

De namen in dit blog zijn uit het oogpunt van privacy, fictief

Leestips:

Zo kun je mij bereiken :dit boek geeft je inzicht in het verschil in persoonlijkheidseigenschappen en hoe je kinderen met die eigenschappen kunt bereiken en motiveren.

De droomdenker: lees- en werkboek over hoogbegaafdheid, hoogsensitiviteit en beelddenken

Het vollehoofdenboek

Jij kan beter – als je kind een onderpresteerder is 

Wil je voortaan tips van Smart-Ease in je mailbox? Klik hier
Vond je dit nuttig? Dan kun je het delen!
Geplaatst in Beelddenken, Blog, Gedrag en emoties, Gedrag en opvoeding, Leren leren, Uit de praktijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *