“Henriëtte, we hebben je hulp hard nodig. We hebben een leerling in groep 7 die zich niet laat bijsturen door de juf. Hij gaat voortdurend in conflict met de leerkracht. Via zijn ouders zijn we aan jouw adres gekomen. Lucas, zo heet hij, is een intelligente jongen die al eens versneld is. We kunnen hem nog steeds niet motiveren. We willen graag met je onderzoeken wat deze jongen nodig heeft om zich weer prettig te voelen.”
De hulpvraag maakt me nieuwsgierig en ik ben ontzettend blij met het doel dat deze directeur wil bereiken. Ik ben namelijk regelmatig betrokken bij leerlingen die opstandig gedrag laten zien. Helaas zie ik dan erg vaak dat het probleem bij het kind gezocht wordt en niet bij de leeromgeving met als gevolg dat de frustratie bij het kind en de ouders toeneemt.
Geen passend leerstofaanbod
Nadat de directeur me heeft bijgepraat spreek ik met hem af dat ik Lucas graag eerst wil ontmoeten. We maken een afspraak met zijn ouders bij mij in de praktijk. Op deze manier kan ik ook de kant van het verhaal van de ouders horen. Het valt me direct op dat Lucas voor zijn 9 jaar veel rijper overkomt. Hij heeft een ruime woordenschat en hij kan uitstekend verwoorden waar zijn frustratie vandaan komt: “Ik leer al heel lang niets op school. Ik breng mijn tijd door met het lezen van boeken die ik zelf meeneem van huis. Juf wil dat ik meedoe met de instructie maar dat doe ik niet want ik weet het al lang.”
Frustratie
De ouders van Lucas vertellen dat hij niet met plezier naar school gaat en nog gefrustreerder uit school komt. Ze worden regelmatig door school gebeld omdat Lucas weer betrokken is bij een incident.
Het wordt me duidelijk dat Lucas al erg lang in het oranje zit en dat er weinig voor nodig is om hem in het rood te krijgen. Zowel de leerkracht, de ouders als Lucas zijn doodmoe van deze situatie: elke partij heeft ondertussen zijn eigen perceptie en gevoel.
Didactisch onderzoek
Ik wil weten waar Lucas didactisch staat en besluit hem in overleg met de directeur door te toetsen.
Al snel wordt duidelijk dat Lucas veel verder is met de leerstof dan hetgeen hem aangeboden wordt in de klas. Er is sprake van een flinke didactische en vermoedelijk ook een sociaal -emotionele voorsprong . Compacten en verrijken is in dit geval niet voldoende. Bovendien is de relatie met de leerkracht flink verstoord.
Voor de tweede keer versnellen
Ondanks dat de leerkracht van de huidige groep graag wil werken aan het verbeteren van de relatie stel ik in overleg met de directeur voor om hem te ‘versnellen’ naar groep 8. Ik zeg ‘versnellen’ omdat het eigenlijk geen versnellen is maar een passend aanbod. Aangezien we in Nederland een jaarklassensysteem hebben wordt er al gauw gesproken over ‘versnellen.’ Voor de ouders was dit advies overigens aanvankelijk enorm schrikken. Lucas was immers al een jaar ‘versneld’ en dan zou hij als tienjarige naar het VO gaan. Heel begrijpelijk riep dit advies bij de ouders enorm veel vragen op.
Een second opinion
Wat de ouders nodig hadden was een second opinion vanuit uitgebreid onderzoek waaruit het vertrouwen zou blijken dat Lucas deze versnelling zou aankunnen. De directeur stemde in met een extra onderzoek.
Omdat het onderzoek nog even op zich liet wachten en we graag wilden dat Lucas zich beter zou gaan voelen, werd toch besloten Lucas de lessen mee te laten draaien in groep 8 bij meester Bram.
Weer met plezier naar school
Lucas werd heel goed ontvangen in groep 8 en de ouders merkten al snel dat Lucas opknapte: hij kreeg meer energie en had weer zin om naar school te gaan. In deze klas sloot hij zich niet af van de rest van de groep en hij deed bovendien gewoon mee met de instructies. Het opstandige gedrag bleek als sneeuw voor de zon te verdwijnen. “Het lampje’ ging weer aan bij Lucas.
Vertrouwen en schoolkeuze
Het capaciteiten-onderzoek dat na enkele weken werd afgenomen bevestigde mijn bevindingen.
De ouders berustten in het advies en hadden er vanwege het feit dat ze hun zoon zo zagen opbloeien ook vertrouwen in gekregen. Nu moest er ook een keuze worden gemaakt voor het vervolgonderwijs. De mogelijkheid van het volgen van een doorstroomklas (een soort tussenklas van PO naar VO voor cognitief getalenteerde leerlingen) maakte de de keuze makkelijker.
Terugblik en de sleutel tot succes
En vandaag blikken we met z’n allen terug op een mooi proces. We vatten nog eens samen wat er nu voor heeft gezorgd dat het tij ten goede keerde:
- de directie veroordeelde het gedrag van Lucas niet maar liet onderzoeken wat de reden achter het gedrag was,
- de directie nam het welzijn van Lucas als uitgangspunt,
- men nam de zorgen van de ouders serieus en stelde financiële middelen beschikbaar voor een second opinion,
- de adviezen werden serieus genomen,
- men onderzocht welke leerkracht/klas het beste zou matchen met Lucas: iemand met humor, relativeringsvermogen en iemand die een goede verbinding weet te maken,
- de leerkracht ontving Lucas met open armen en zorgde dat Lucas zich veilig en begrepen voelde,
- de leerkracht stemde de leerstof goed af voor Lucas en besprak de leerdoelen.
- er was sprake van een goede communicatie met de ouders.
Kortom, de school stelde het belang van de leerling voorop. Kosten noch moeite werden bespaard.
Er was sprake van een goede samenwerking met de ouders, kind en de school. Een prachtig voorbeeld van hoe we ervoor kunnen zorgen dat een leerling passend onderwijs krijgt met een maximaal resultaat: een blij kind, gelukkige ouders en een tevreden leerkracht.